Nationale prestatieafspraken
De gemeenten zullen eind 2022 duidelijk maken waar deze woningen gaan komen. Per gemeente streven we naar minstens 30% sociale huur. Ook komt er een duidelijke definitie in de wet van wat sociale huur is.
Verantwoorde huurstijgingen en huurverlaging voor lagere inkomens
In de afspraken over betaalbaarheid is een balans gevonden tussen generieke maatregelen waarvan álle huurders profiteren en specifieke maatregelen waarvan mensen met lagere inkomens en mensen in niet-duurzame woningen profiteren. Corporaties gaan de komende 3 jaar voor alle huurders de huren matigen. Daarbij wordt de koppeling met de inflatie losgelaten en wordt de maximale huursomstijging 0,5% lager dan de CAO-loonontwikkeling. Daardoor stijgen de huren minder hard dan de lonen. Om de huur voor huurders met een laag inkomen te verbeteren krijgen huurders met een inkomen op of onder 120% van het sociaal minimum een wettelijk verplichte eenmalige huurverlaging tot € 550 (prijspeil 2020, afhankelijk van het jaar waarin deze maatregel precies wordt ingevoerd wordt dit bedrag geïndexeerd).
Circa 510.000 huishoudens komen hiervoor in aanmerking. Zij krijgen een gemiddelde huurverlaging van gemiddeld € 57 per maand. Dit komt in de plaats van een generieke huurbevriezing in 2024. Tot slot gaan corporaties met voorrang een deel van hun (nieuwe) middenhuurwoningen toewijzen aan doorstromers uit de sociale huursector.
Vergaande verduurzaming van meer dan 675.000 woningen
De verduurzaming van de gebouwde omgeving is een complexe opgave die tot 2050 veel vraagt van gemeenten, corporaties en huurders. We hebben elkaar nodig om de verduurzamingsopgave te realiseren op zo’n manier dat iedereen er uiteindelijk voordelen van heeft. Corporaties gaan al hun woningen met een E-, F-, of G-label tot en met 2028 versneld verduurzamen. Dit sluit aan op het doel om in 2030 675.000 woningen vergaand te isoleren en om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken. Om huurders van deze verduurzaming te laten profiteren is afgesproken dat zij geen huurverhoging krijgen na isolatiemaatregelen die leiden tot een beter energielabel.
€ 1,5 miljard voor woningverbetering en aanpak van vocht- en schimmelproblemen
Corporaties en gemeenten willen hun inzet vergroten om investeringen in woningen, de leefomgeving, het welzijn van huurders en de sociale samenhang in de wijk te verbeteren. Corporaties investeren daarom tot en met 2030 jaarlijks € 200 miljoen extra in woningverbetering, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid.
Vanaf 2026 mogen er geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (met uitzondering van woningen die door nieuwbouw vervangen worden).
€ 75 miljoen voor verbetering van de leefbaarheid
Het verbeteren van de leefbaarheid vraagt van corporaties, naast investeringen in het verbeteren van de woningkwaliteit, ook investeringen in de leefbaarheid van de wijk en het sociaal beheer in de wijk. In totaal trekken corporaties hier tot en met 2030 jaarlijks € 75 miljoen extra voor uit.
Dit nieuwsbericht is afkomstig van de website van Aedes